Akzo wil de Britse verffabrikant ICI inlijven. ING koopt de Turkse Oyak Bank.
De Tsjechische Krusovice Brewery komt in handen van Heineken. Terwijl
Philips het Amerikaanse lichtbedrijf Color Kinetics overneemt. Wie denkt dat
alle Nederlandse bedrijven aan het zwaard van buitenlandse roofridders
worden geregen, vergist zich. Het vaderlandse bedrijfsleven was de afgelopen
week minstens zo actief bezig met het opkopen van buitenlandse
branchegenoten. Geld speelt geen rol. Sterker: een dure overname is de
oplossing voor bedrijven die door hun rijkdom in het vizier van
investeringsfondsen dreigen te komen. Het is overnemen of overgenomen
worden. Liever arm en groot, dan rijk en klein.

Of de overnamestrategie zich ook op lange termijn uitbetaald, is helemaal de
vraag. Internationaal onderzoek wijst uit dat de meerderheid van de fusies
en overnames mislukt. In 60 tot 85 procent van de gevallen worden de vooraf
gestelde financiële doelen bij lange na niet gehaald. Bedrijven als Ahold en
Getronics zijn nu nog ziek van de vorige overnamegolf uit eind jaren
negentig.

‘Er is geen alternatief,’ luidt de standaardverdediging van
de managers op overnamepad. Wie geen overnames doet, kan niet groeien. Maar
dat is een drogredenering. Er wel degelijk een alternatief. In plaats van
overnemen kan een bedrijf ook serieus gaan ondernemen.

Akzo zou bijvoorbeeld kunnen proberen om de Britse verfmarkt te veroveren door
meedogenloos te concurreren op prijs en kwaliteit. Topman Hans Wijers houdt
de tien miljard euro die hij voor ICI wil betalen in eigen zak, en zet een
deel ervan in voor een agressieve marktpenetratie in Groot-Brittannië. Veeg
de concurrent van de kaart! Bewijs maar dat Akzo de beste coatings
produceert, de meeste innovatie pleegt, de laagste kosten maakt en de
handigste verkopers in dienst heeft. ING opent eigen kantoren in Turkije en
maakt met lage tarieven en prachtige financiële producten de Turkse
concurrenten het leven zuur. Heineken bouwt zelf een brouwerij in Tsjechië
en bewijst dat Hollands bier ook in Oost-Europa beter smaakt. Philips
bestormt de Amerikaanse markt en concurreert de lokale lichtbedrijfjes
kapot.

Overnames zijn voor watjes. Voor managers die keurig hun MBA-diploma
gehaald hebben maar bang zijn voor het keiharde spel van de vrije markt.
Echte ondernemers willen winnen door de tegenstander te verslaan, niet door
hem zoveel geld te geven dat hij de strijd bij voorbaat staakt.

De consument zou de grote winnaar zijn, als bedrijven weer echt gingen
ondernemen. Wie marktaandeel simpelweg inkoopt, hoeft zich van de consument
weinig aan te trekken. Nieuwe producten, slimme toepassingen en een zo laag
mogelijke prijs, je wordt er als moderne manager vooral heel moe van. Een
bedrijf dat marktaandeel moet veroveren kan zich die mentaliteit niet
veroorloven. Wie de concurrent wil wegvagen moet de klant zo goed mogelijk
bedienen en nieuwe producten bedenken nog voordat de consument beseft dat
hij die nodig heeft.

Welke bestuurder durft het aan, om dwars tegen de trend in, alle fusie-
en overnameplannen in de ijskast te zetten, en weer ouderwets markten te
veroveren? Hij of zij bewijst niet alleen zijn eigen bedrijf een grote
dienst, maar ook ons allemaal.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl